• gepubliceerd
  • leestijd
    ± 5 minuten

Digitaal toeganke­lijke overheid: DigiToeganke­lijk ondersteunt én ziet toe op naleving

Hoe toeganke­lijk zijn overheidswebsites en -apps? Sinds kort is dat gemakke­lijk in één overzicht te zien via het Dashboard DigiToeganke­lijk, van het ge­lijknamige samenwerkingsprogramma dat door ICTU wordt uitgevoerd. DigiToeganke­lijk helpt overheden bij het digitaal toeganke­lijk worden en houdt toezicht op de naleving van de toeganke­lijkheid. De zogenoemde carrot and the stick-methode. Programmamanager Martin Eikenboom van DigiToeganke­lijk vertelt.

Het programma DigiToeganke­lijk Toezichts-en OndersteuningsProgramma, kortweg DigiToeganke­lijk, houdt zich bezig met de versnelling van de digitale toeganke­lijkheid van websites en mobiele apps van alle (ongeveer 1.350) overheidsinstanties. In het programma werken ICTU, Logius, Gebruiker Centraal en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten samen. Sinds 16 maart laat het Dashboard DigiToeganke­lijk zien hoe toeganke­lijk de websites en apps van overheidsinstanties zijn.

Martin Eikenboom
Martin Eikenboom
De aanleiding voor het programma is een Kamermotie die staatssecretaris Van Huffelen van Digitalisering oproept om een versnelling aan te brengen in het digitaal toeganke­lijk maken van online overheidskanalen. “En dat is nodig”, zegt Martin Eikenboom. Als programmamanager van DigiToeganke­lijk is hij verantwoorde­lijk voor de uitvoering van de motie. Met ICTU ondersteunt hij overheidsorganisaties in hun weg naar digitoeganke­lijkheid. Onder meer met trainingen, kennisdeling, onderzoek en het benaderen van leveranciers die producten voor de digitale overheidskanalen leveren. “Al sinds 2018 bestaat de verplichting voor overheden om digitaal toeganke­lijk te zijn, maar toch is het nog steeds niet op orde. Dat komt grotendeels doordat er (nog) geen gevolgen aan vast zitten; er staan nog geen sancties op het niet voldoen aan de toeganke­lijkheidseisen”, aldus Martin. De prioriteit ligt bij het laten voldoen van websites die veel gebruikt worden, zegt Martin. “Met name ook door mensen met een beperking. Denk aan de websites van gemeenten, die hebben veel burgercontacten. Maar ook lande­lijke sites en apps als DigiD en Rijksoverheid. En bijvoorbeeld het UWV.” Dat het nodig is, realiseren veel mensen zich nog niet, aldus Martin. “Terwijl 4,5 miljoen Nederlanders moeite hebben met het begrijpen van digitale dienstverlening.”

Corrigerende functie

Screenshot van het dashboard DigiToegankelijkHet dashboard biedt inzicht in de huidige stand van zaken op het gebied van digitale toeganke­lijkheid. “Het laat overheden zien hoe goed of slecht ze het doen”, vertelt Martin. “Vaak weten ze zelf ook niet hoe al hun digitale kanalen ervoor staan. Of soms zijn ze zelfs het bestaan van een bepaalde site of app vergeten.” Het dashboard maakt het voor overheden onmoge­lijk om onder de radar te blijven, aangezien ook websites en apps opgenomen zijn waar nog geen toeganke­lijkheids­verklaring van bestaat. Het is daarmee een aanvulling en actualisatie op het huidige register toeganke­lijkheids­verklaringen. “Wij geven overheden een seintje als er nog geen verklaring is, waarna we hopen dat ze die alsnog laten opstellen.” Volgens Martin kan het dashboard ook een corrigerende functie hebben. “Overheden zijn best gevoelig voor hoe ze het doen ten opzichte van hun peers. Daarnaast biedt het dashboard ook interne toezichthouders, zoals raadsleden of Statenleden en accessibility officers, de gelegenheid om hun rol als controleur van het openbaar bestuur te kunnen uitvoeren.”

Leg digitale toeganke­lijkheid vast in de inkoopvoorwaarden

Martin benadrukt dat het niet alleen gaat om het eenmalig behalen van een toeganke­lijkheidsvinkje. “Het is een organisatorisch vraagstuk. Je moet zorgen dat je toeganke­lijkheid borgt in je organisatie. Dat is vaak een uitdaging. Zeker als je grotendeels afhanke­lijk bent van externe leveranciers. Het is verstandig om als overheid in je inkoopvoorwaarden digitale toeganke­lijkheid als verplichting op te laten nemen. Met grote inkooptrajecten zit je vaak voor een paar jaar vast. Dan is de enige weg om tussentijds aan de leverancier te vragen om dingen aan te passen. En die hebben daar helaas niet altijd belang bij. Daar lopen veel overheden tegenaan. Wij richten ons op leveranciers die veel overheden als klant hebben; zo hebben we in één keer een grote groep te pakken.” Een alternatieve methode is dat er digitaal toeganke­lijk wordt ontworpen, vertelt Martin. Via het zogeheten NL Design System. “Dat wordt ontwikkeld binnen ons zusterprogramma Gebruiker Centraal. Het helpt overheden om ge­lijk op een goede manier nieuwe digitale producten te ontwerpen.”

The carrot and the stick

Naast het ondersteunen van overheden, heeft ICTU ook de opdracht gekregen een toezichthoudende functie in te richten voor het naleven van de toeganke­lijkheidsrichtlijnen. “De toezichthouder kan overheden aanspreken op het niet voldoen aan de wette­lijke eisen. Dat kan er op termijn toe leiden dat deze handhavend gaat optreden. Het is belangrijk om die stok achter de deur te hebben, om te zorgen dat overheden daadwerke­lijk aan de slag gaan. We werken via de zogenoemde carrot and the stick-methode: aan de voorkant proberen we hulp te bieden en aan de achterkant controleert de toezichthouder op de naleving.” Op dit moment zijn er nog geen sancties bepaald; daar gaat verandering in komen zodra de Wet digitale overheid in werking treedt. Daarmee implementeert Nederland de EU-richtlijn over de toeganke­lijkheid van overheidswebsites en -apps. Wanneer de wet wordt aangenomen, is nog onbekend. Aan wat voor sancties moeten we denken? Martin: “Dat kan variëren van een openbare berisping (‘naming and shaming’) tot handhaving zoals een website op zwart zetten of de site op kosten van de overheid alsnog laten voldoen aan de eisen. Het is niet uitgesloten dat er boetes uitgedeeld worden.” “Afhanke­lijk van hoe de Wet zich ontwikkelt, kan de toezichthouder moge­lijk uitgroeien tot een grote organisatie”, aldus Martin. “Als dat op den duur te groot voor ons wordt kan het misschien ondergebracht worden bij een bestaande toezichthoudende autoriteit.”

Grotere groep dan men denkt

Welke tips heeft Martin voor overheden om digitaal toeganke­lijk te worden? “Als je begint met een nieuwe website en daarvoor software aanschaft, zorg dan dat je in de inkoopvoorwaarden digitale toeganke­lijkheid vastlegt. Ga je zelf iets ontwerpen? Ga dan met het NL Design System aan de slag. Zorg er daarnaast voor dat je organisatie zich bewust wordt van het belang van digitaal toeganke­lijke apps en websites. De helft van de organisatie heeft te maken met digitale toeganke­lijkheid. Een andere tip: struin DigiToeganke­lijk.nl eens af. En wijs elkaar op je verantwoorde­lijkheid. Ik sprak laatst een wethouder die zei: ‘Ik ben niet verantwoorde­lijk voor de website van de gemeente’, maar digitale toeganke­lijkheid gaat ons allemaal aan. Soms hoor ik mensen zeggen: ‘Voor die paar mensen die blind zijn ga ik het niet doen’, maar we hebben het over 4,5 miljoen mensen. De groep is veel groter dan men vaak denkt. Een laatste tip: zorg dat je de accessibility officer altijd betrekt bij het lanceren van nieuwe digitale platforms. En vergroot de kennis in je organisatie met trainingen. Daarbij helpen wij uiteraard graag.”